Wanneer geef je je grens aan en wanneer beweeg je mee? Best wel lastig. Tijdens de les hebben we geoefend om je grenzen aan te geven. Eén kind heeft een voorwerp en de ander wil het graag hebben. Hoe geef je aan dat je het voorwerp niet aan de ander wil geven?
Dit oefenen gaat vaak hartstikke goed. De kinderen staan stevig, praten duidelijk en houden vol. Maar vervolgens vroeg ik of ze de voorwerpen aan de kant wilden leggen. Eén jongetje had zo'n mooie bal, die wilde hij niet wegleggen. Hij bleef volhouden en hield de bal vast. Pff, vervelend dit houdt de les op dacht ik. Maar aan de andere kant.. wat doet hij het goed, dat grenzen aangeven.
Een ander meisje werd opgehaald door haar vader en hij vroeg of ze d'r drinkfles wilde opruimen zodat ze snel konden gaan. Nee, was het antwoord. Ze wilde eerst rustig haar drinken opdrinken. Vader keek verbaasd. Thuis beet ze ook vaker van zich af gaf hij aan, op zich goed maar ook weleens lastig als er gewoon iets gedaan moet worden zoals d'r kamer opruimen.
Het grenzen aangeven gaat vaak steeds beter. Maar in welke situaties beweeg je mee met de ander en in welke situaties geef je je grens aan? Elke keer weer die afweging. Leuk om a.d.h.v. korte casussen te bespreken.
Reactie plaatsen
Reacties